Engelse menthol snuif tegen besmetting met Spaansche griep.

In het jaar 1918 bereikte een uiterst gevaarlijk griepvirus ons land. De ziekte ging als een razende tekeer en eiste vele slachtoffers.

De Spaanse griep kwam waarschijnlijk vanuit China naar Europa. Over hoe het virus hier kwam, is nog geen duidelijkheid verkregen. In het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werden Chinezen in Frankrijk ingezet voor de aanleg van de loopgraven en die zouden de uitbraak van de ziekte veroorzaakt kunnen hebben. Maar ook de Amerikanen worden wel verantwoordelijk gehouden voor de uitbraak. Vast staat wel dat het griepvirus zich door de oorlogshandelingen snel kon uitbreiden.

Hoewel Nederland in deze oorlog neutraal bleef, raakte men ook hier in de ban van de ziekte. In mei 1918 werden er voor het eerst mededelingen gedaan in de kranten over een gevaarlijk griepvirus, dat als de Spaanse griep bekend werd. Het nieuws dat in Spanje het voltallige kabinet en de koning door een geheimzinnge ziekte geveld waren en dat al spoedig de ziekte over heel Spanje zich had verspreid, leidde er toe dat deze griep ‘de Spaanse griep’ werd genoemd.

De krantenlezer werd nauwkeurig op de hoogte gehouden van de wijze waarop de griep huishield. De patienten hadden last van hoge koorts, hoofdpijn en rugpijn en van een algehele vermoeidheid. De eerste berichtgevingen waren van optimistische aard en men dacht na een dag of drie, vier genezen te zijn. Al spoedig echter besefte men dat de ziekte over het hele land als een razende tekeer ging en vele slachtoffers eistte. Het angstige was dat de Spaanse griep in korte tijd ogenschijnlijk kerngezonde mensen doodziek maakte.

Er waren nauwelijks of geen medicijnen voorhanden. Abdijsiroop, Wortelboer’s pillen en kruiden, Engelse menthol-snuif, menthaformtabletten etc. werden aangeprezen als het middel tegen de griep. Er waren weinig alternatieven. Frisse lucht, het mijden van massale bijeenkomsten en het dragen van mondkapjes was het advies. Ook werd er kinine geslikt tegen de koorts. Alleen al in Nederland bezweken bijna 30.000 mensen aan de griep en de complicaties, meestal longontsteking. De piek lag in november toen er meer dan 10.000 doden vielen.

Ook in Midden-Delfland was de griep merkbaar: Mevr. Zonneveld-Verkade herinnert zich, als tienjarige, dat er veel mensen in de omgeving (Zouteveen) stierven. Thuis waren alle kinderen ziek. Drie van hen lagen in de bedstede en drie op een matras op de grond, allemaal bij elkaar in de kamer. Zij hadden onder andere erge bloedneuzen. Vader en moeder werden niet ziek. Zij heeft er angstige herinneringen aan.

Bij de familie Van Nierop in de Duifpolder stierf vader Adrianus (Janus) van Nierop en twee van zijn kinderen aan deze griep. In een week tijd werden er drie lijkkisten naar dit huis gebracht. Vader en de twee kleintjes stonden opgebaard op de “boenik” (het boenhok). Zijn tweede vrouw Aagje Quak bleef achter met de zorg voor de boerderij en negen kinderen.

Bij de familie Van Woerden van de Hofwoning op ’t Woudt stierf grootmoeder (van Paul van Woerden). De boerderij kwam toen in handen van IJsbrand van Woerden. Deze oom kreeg echter de griep en stierf. Zo kwam opeens de jongere zoon in het bezit van de boerderij. Vader zat nog in dienst, het was immers mobilisatie, maar kreeg direct vrijstelling om voor de boerderij en het vee te zorgen.

Bij de familie Berkhout werd vader Simon door de griep geveld en moest maanden het bed houden. Ook hij kwam uit militaire dienst. Door zijn ziekte ontstond een gebrek aan inkomsten. Vaak werden de vrouwen van deze seizoenwerknemers, net als bij de arbeiders, dan gedwongen uit werken te gaan. Dit betekénde meestal ‘het zware werk’ doen bij de boeren.

Trudy Werner-Berkhout, Thema: Gezondheid, Sleutelwoorden: spaanse griep, gezondheid, Jaar: 1918, 25-01-2004

Bronnen:

  • C. van der Heijden, De Spaanse griep in NRC, 2001.
  • Trudy Werner- Berkhout: Interviews met mevr. W. Zonneveld-Verkade, de heer B. van Buuren, de heer P. van Woerden en de heer A. Berkhout in 2002.