De tuberculose is een infectieziekte die tot 1950 een schrikaanjagend beeld vormde. Op het platteland kregen veel mensen de ziekte van het rundvee.
Tuberculose is een infectieziekte die tot net na de Tweede Wereldoorlog veel leed veroorzaakte. Bij gebrek aan een goed medicijn was de behandeling van lijders aan tuberculose gericht op isolatie, langdurige bedrust, een goed dieet en frisse lucht. Bij boerderijen zag je vroeger wel tenthuisjes, waarin de patiënt vertoefde. Op het platteland kwam een bepaalde vorm van tbc voor die overgebracht werd door aangetaste koeien, die in hun melk de tuberkelbacterie hadden. Op heel veel boerderijen waren tbc-koeien.
Na 1945 begon men op grote schaal runderen te onderzoeken op tuberculose. Bij de dieren werd een klein beetje vloeistof, afkomstig van de tuberculosebacterie, in de huid gespoten. Direct worden afweerstoffen gevormd en na enkele dagen ontstaat dan een grote bult. Heeft het rund geen afweerstoffen, dan gebeurt er niets. Op deze manier konden dus besmette dieren opgespoord en verwijderd worden voordat zij zichtbaar ziek werden. mevr. Zonneveld-Verkade vertelde dat haar man al in de jaren dertig de dierenarts liet komen en regelmatig de koeien liet controleren op tbc. Soms moesten er wel koeien weg, dat was altijd een financiële strop.
Veel mensen kregen tbc van besmette koeien. De boer wist direct: wanneer een koe veel hoestte, was zij besmet. Aan de melk viel echter niets te zien. Deze melk ging dan ook gewoon in de ‘veertiger’ bij de andere melk. De bussen gingen naar de fabriek waar de melk gepasteuriseerd werd. Hoewel men wist dat het beter was de melk gekookt te drinken, werd aan deze raadgeving niet altijd voldaan. Door ongekookte melk te drinken kon je besmet raken en dat gebeurde dus ook.
Mevr. S. Berkhout-de Wit heeft tijdens haar dienstjaren bij de familie Van Vliet aan de Rijksstraatweg tbc opgelopen. Bij Van Vliet waren tbc-koeien. De boerin schonk ongekookte melk. Zij wilde niet geloven dat je daar ziek van kon worden. De dienstbode heeft enkele maanden thuis het bed moeten houden, geisoleerd van haar broertjes en zusjes.
Ook A. Dijkshoorn heeft tbc opgelopen van de koeien. Thuis, op de boerderij in de Duifpolder, waren diverse tbc-koeien. Er werd wel voorzichtig met de beesten omgegaan, maar moeder gaf gewoon ongekookte melk te drinken. “Zo heb ik het vroeger ook gedronken”, zei ze.
Ernstige vormen had de ziekte tbc bij boer Van Nierop in de Duifpolder aangenomen. Hier zijn verschillende familieleden aan de ziekte overleden. Van rundertbc was hier geen sprake meer, daar overleed men niet aan. In 1928 stierf moeder Aagje Quak aan tbc. Later overleden er nog twee kinderen uit het eerste huwelijk van A. van Nierop.
Trudy Werner-Berkhout, Thema: Gezondheid, Sleutelwoorden: gezondheid, tuberculose, Periode: 1900 – 1950, 25-01-2004
Bronnen:
- G.J. van den Brink, Ziekte in de dierenwereld. Gorinchem, 1986.
- Trudy Werner-Berkhout: Interviews met mevr. W. Zonneveld-Verkade, mevr. S. Berkhout-de Wit, de heer A. Dijkshoorn, de heer B. van Buuren in 2002.