Gezinnen waren in deze periode groot. Een familie bestaande uit vader, moeder en 8 a 10 kinderen was heel normaal.
Eind negentiende eeuw trad er een daling in van de zuigelingen- en kindersterfte. Dit kan verklaard worden uit een complex van factoren. De belangrijkste zijn de algemene stijging van het levenspeil en daarmee de voeding en huisvesting, en de groei van het hygienisch besef onder de bevolking. Ook de vooruitgang van de medische wetenschap en het geleidelijk terugdringen van epidemische ziekten als cholera, tyfus en pokken en de verbeteringen in de kraamzorg wierpen hun resultaten af.
Daarnaast was er de toenemende kerkelijke invloed op het gezinsleven. Dit uitte zich in een gewenst hoog kinderaantal bij katholieken en gereformeerden en in lage echtscheidingscijfers en buitenechtelijke geboorten. De trouw aan de kerk werd na 1910 verscherpt door voorschriften en gebruiken ten aanzien van huwelijk en seksualiteit.
Hoewel de kraambedsterfte aan het begin van de nieuwe eeuw al flink gedaald was, horen we toch vaak dat moeder bij de geboorte van een kind overlijdt. Als vader dan een tweede keer trouwde, lag het in de lijn der verwachting dat er opnieuw kinderen geboren zouden worden. Ook dit zorgde voor een groot aantal. Bij de geinterviewde personen horen we diverse keren van een tweede huwelijk.
De familie Van Nierop in de Duifpolder: Adrianus van Nierop trouwde met Trijntje Dijkshoorn. Bij het derde kind stierf moeder ‘ín de kraam’. Het kind bleef leven. Adrianus hertrouwde in 1905 met de uit Rozenburg afkomstige Aagje Quak. Samen kregen zij nog eens acht kinderen. Tijdens de Spaanse griepperiode in 1918 stierven vader en twee kinderen. Aagje hertrouwde niet. Zij en de ongetrouwde broer van Adrianus zorgde voor het reilen en zeilen op de boerderij. Toen Aagje in 1928 overleed, werd de oudste zoon Arie automatisch voogd over zijn jongere broers en zussen. Toen Arie trouwde, bleven die kinderen gewoon op de boerderij wonen. De bruid kreeg het hele gezin van haar overleden schoonouders te verzorgen.
De familie Mostert aan de ’s Herenstraat: De vrouw van Pieter Mostert, Jaapje van Buuren, had twaalf kinderen gekregen en stierf in het kraambed bij de geboorte van haar dertiende kind op 43-jarige leeftijd in 1916. Het kindje werd samen met moeder in de kist begraven. Vader hertrouwde niet meer en toen hijzelf in 1929 overleed, zorgden de oudste kinderen automatisch voor de jongeren.
Bij de familie Van Woerden in ’t Woudt stierf moeder, Jaapje van der Spek, in 1934 bij de bevalling van haar tiende kind. Vader hertrouwde niet meer, hoewel hij pas 42 jaar oud was. Zijn zuster kwam in huis om voor de kinderen en het huishouden te zorgen.
De familie Cloosterman op de Gaagweg: Helena Arkesteijn schonk haar man Frans Cloosterman twaalf kinderen. Het jongste kind stierf echter vlak na de geboorte. Moeder stierf in 1923 op 43-jarige leeftijd met achterlating van elf kinderen. Vader trouwde voor een tweede keer. Maar uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.
Bij de familie Boekestijn op de Oostgaag is de gezinsstructuur als volgt samengesteld: Wim Boekestijn komt uit een gezin van zestien kinderen. Zijn vader Nicolaas huwde zijn buurvrouw, de weduwe Van der Marel-de Roo, wiens man verdronken was tijdens werkzaamheden in de Zweth nabij de Woudse polder. Zij bracht twee zonen mee in het huwelijk. Het echtpaar kreeg drie kinderen. Moeder stierf aan een longziekte. Toen moeder al ziek was kwam er een meisje van Verboon helpen. Na het overlijden van zijn vrouw trouwde Nicolaas met haar en samen kregen zij nog eens elf kinderen. Het grote aantal kinderen komt dus uit drie verbintenissen voort.
Trudy Werner-Berkhout, Thema: Familie, Sleutelwoord: familieleven, Periode: 1900 – 1940, 25-01-2004
Bronnen:
- H. Peeters (red.), Vijf eeuwen gezinsleven. Liefde, huwelijk en opvoeding in Nederland. Nijjmegen, 1988.
G.A. Lindeboom, Inleiding tot de geschiedenis der geneeskunde. Opnieuw bewerkt door M.J. van Lieburg. Rotterdam, 1993 - Trudy Werner-Berkhout: Interviews met de heer B. van Buuren, de heer P. van Woerden, de heer S. Mostert, de heer F. Cloosterman en de heer W. Boekestijn in 2002.