Een grote boer had vijftig of zestig koeien en wel vier of vijf knechten in dienst. Die waren niet allemaal gelijk. De bovenknechten waren ervaren volwassen mannen, terwijl de onderknechten vaak jonge jongens waren die de bovenknechten moesten helpen. De meeste knechten woonden op de boerderij en werkten zes dagen per week.
Luister naar het verhaal: