In de maanden juni en juli was het hooitijd, een periode die drie tot vier weken duurde. De extra hulp die dan nodig was, werd geleverd door arbeiders uit Brabant, die tijdelijk als maaiers werden ingehuurd. Daarna werd het hooi gedroogd, op wagens gelegd en naar de hooiberg gebracht. In de loop van de jaren dertig werden er steeds meer maaimachines gebruikt.
Luister naar het verhaal: